Spel 1: Woordenschat
spel 2: Landen en opstijgen.
Spel 3: Vooraan en achteraan.
Spel 4: Welk woord hoor je het eerst? En welk het laatst?
spel 4: In de cockpit zijn veel metertjes, kun jij zien wel vliegtuig het snelst, langzaamst, hoogst of laagst vliegt?
Spel 5: Welke koers vliegt het vliegtuig?